Nieuws & opinie16 november 2024

Synode spreekt woorden van verootmoediging

Op 16 november jl. heeft de voorzitter van de Synode van Deventer, ds. Peter Sinia, 'woorden van verootmoediging' gesproken over hoe er vaak gesproken is over homoseksuele broers en zussen en hoe er naar hen toe gehandeld is. De tekst van de verklaring staat hier onder.

‘Vol van vrees en schaamte’

Wat heeft de gemeente van Christus te bieden aan broers en zussen met een homoseksuele geaardheid in haar midden? Het rapport Ruimte en richting van de Studiecommissie homoseksualiteit probeert een antwoord te geven op die vraag. In dat rapport staat als begin van een antwoord (p. 132): misschien wel allereerst schuldbesef en ootmoed. Breed leeft binnen de synode de overtuiging dat we dat antwoord ter harte moeten nemen. Met de nu volgende uitspraak werken we uit waar we ons als synode voor schamen en waar we ons klein voor maken. We hopen dat iedereen met een andere geaardheid dan een heteroseksuele zich door deze woorden gezien en gesterkt mag voelen.(1)

Vooraf deze opmerking: het rapport waarschuwt voor een oppervlakkige belijdenis van schuld en voor te snelle processen van verzoening (p. 17). We sporen daarom plaatselijke kerken aan waar nodig schuldbelijdenis en verzoening passend en betekenisvol te maken. Ga na wat er in jouw en uw kerk is gebeurd in de omgang met homoseksuele broers en zussen, welke personen hierbij betrokken waren en of er mogelijk anders gesproken en gehandeld had moeten worden.

Opwekkingslied 350 opent met de woorden: Vader, vol van vrees en schaamte buigen wij voor U. Wij herkennen dat gevoel van schaamte over de manier waarop het gesprek over homoseksualiteit vaak misliep (p. 14).

Wij verootmoedigen ons ervoor dat we een open gesprek over homoseksualiteit meer dan eens uit de weg zijn gegaan. Het maakt ons verdrietig als daardoor mensen vervolgens ons uit de weg zijn gegaan (p. 14, p. 16). Het doet ons verdriet dat homoseksuele broers en zussen vaak alsnog op onbegrip stuitten (p. 132) of zich niet gehoord voelden als het gesprek wél gevoerd werd. Op veel momenten is het gesprek stukgelopen omdat wij traag waren om te luisteren en ons haastten om te spreken, terwijl God ons het tegenovergestelde op het hart drukt (Jakobus 1:19).

Daarom vragen wij: broers en zussen, aanvaard onze woorden van verootmoediging. En wij bidden: Heer, ontferm U over ons.

Met schaamte herkennen wij wat het rapport zegt over de valkuil om homoseksuele medegelovigen vooral als een thema te zien (p. 3), evenals de neiging om homoseksuele verlangens te versmallen tot seksuele verlangens (p. 81, 121, 122, 180, 226). Het verlangen naar relatie en verbondenheid is op zichzelf genomen goed en zuiver. God zelf zegt dat het niet goed is dat de mens alleen is (Genesis 2:18). Het maakt ons klein dat we maar al te vaak dat verlangen zonder enig onderscheid als zondig hebben bestempeld. Het is schrijnend hoe in het leven van medegelovigen die verlangen naar relatie en verbondenheid vaak sprake was en is van uitsluiting uit de geloofsgemeenschap. Het is pijnlijk hoe zij die door een keus voor een leven zonder partner extra aangewezen zijn op de geloofsgemeenschap, zich ook in de steek gelaten kunnen voelen.

Daarom vragen wij: broers en zussen, aanvaard onze woorden van verootmoediging. En wij bidden: Heer, ontferm U over ons.

Het is beschamend en verdrietig dat homoseksuele broers en zussen maar al te vaak ook in ons midden geleden hebben onder vooroordelen en veroordeling (p. 3). Wij betreuren elk oordeel
waarmee wij medegelovigen onrecht deden en zo schade toebrachten, elke veroordeling waarmee wij op Gods stoel gingen zitten.
We erkennen en betreuren bovendien dat we als kerken vaak tekortgeschoten zijn in pastorale zorg voor broers en zussen met een homoseksuele geaardheid. Andere kerken in binnen- en buitenland zijn ons voorgegaan in erkenning van die tekortkoming (p. 94, 132). We voelen ons aangesproken en aangespoord om hen daarin na te volgen.

Daarom vragen wij: broers en zussen, aanvaard onze woorden van verootmoediging. En wij bidden: Heer, ontferm U over ons.

Uit het rapport en de bespreking daarvan op de synode is duidelijk dat we te maken hebben met verschillende perspectieven op wat God ons in de Bijbel zegt over homoseksualiteit en homoseksuele relaties in onze tijd. We willen absoluut niet de indruk wekken dat vooral zij die een ander perspectief hanteren dan wij zich zouden moeten verootmoedigen. Liever verootmoedigen we ons gezamenlijk nu we moeten erkennen dat wij niet tot een gelijk verstaan van Gods Woord gekomen zijn.

In het besef dat ons kennen onvolkomen is en dat we vaak te hoogmoedig zijn om dat te erkennen, verootmoedigen wij ons voor God. We bidden of Hij ons beschermt tegen hoogmoed, of Hij ons van verborgen zonden vrijspreekt (Psalm 19:14,13). We bidden namens ieder persoonlijk:

Doorgrond mij, God, en ken mijn hart, (…) zie of ik geen verkeerde weg ga, en leid mij op de weg die eeuwig is.
(Psalm 139:23a,24)

Daarom vragen wij nogmaals: broers en zussen, aanvaard onze woorden van verootmoediging. En wij bidden: Heer, ontferm U over ons.

(1) Paginanummers in de volgende alinea’s verwijzen naar het rapport Ruimte en richting. Je kunt dat hier downloaden

Je kunt de tekst van deze verklaring hier downloaden.