College voor het kerkelijk beroep

College voor het kerkelijk beroep

Algemeen
Kerkenraden nemen besluiten die over heel verschillende onderwerpen kunnen gaan. Hoe de besluitvorming tot stand moet komen en welke principes daarvoor en daarbij gelden, is geregeld in hoofdstuk F van de kerkorde. Zo is in dat hoofdstuk onder meer geregeld dat kerkenraden in hun handelen en besluiten de christelijke vrede zoeken. Wanneer een kerkenraad een besluit heeft genomen dan regelt F4.1 van de kerkorde dat een gemeentelid of iemand die persoonlijk belanghebbende is tegen dat besluit bij de kerkenraad bezwaar kan maken. Persoonlijk belanghebbend kan ook iemand die zijn die geen lid (meer) is van de gemeente maar op wie het besluit wel betrekking heeft. De bezwaarfase kan in twee stappen worden doorlopen.

De eerste stap is dat het bezwaar wordt ingediend bij de kerkenraad. Dat kan zowel mondeling als schriftelijk (met een brief of een e-mail). De kerkenraad reageert zo spoedig mogelijk op het bezwaar. Dat kan schriftelijk zijn maar ook in een persoonlijk gesprek kan de kerkenraad zijn besluit toelichten. Met de reactie van de kerkenraad kan de indiener tevreden zijn en kan het bezwaar worden weggenomen. Dan is daarmee het bezwaar afgehandeld. Dit kan worden aangeduid als de ‘informele’ stap.

Is de indiener niet tevreden met de uitkomst van deze eerste stap en/of wil hij het recht behouden om beroep in te kunnen dienen dan volgt de tweede stap. De bezwaarde dient zijn bezwaar schriftelijk in binnen zes weken na de bekendmaking van het besluit. De kerkenraad neemt dan een beslissing op dat bezwaar en zendt die schriftelijk toe. Dit staat in F4.3 van de kerkorde. Dit kan worden aangeduid als de ‘formele’ stap.

Het is ook mogelijk dat de eerste stap wordt overgeslagen en de indiener gelijk de tweede stap benut. Stel dat de indiener en de kerkenraad al langer in gesprek zijn en/of de zaken voor de indiener al zo duidelijk zijn dat hij het besluit van de kerkenraad in beroep wil laten toetsen, dan kan hij op een schriftelijk bezwaar een schriftelijk beslissing op het bezwaar vragen.

Ook regionale vergaderingen kunnen besluiten nemen. Voor die besluiten geldt dezelfde procedure als voor besluiten van kerkenraden. Dat staat in F4.2 en F4.3 van de kerkorde.

In beroep gaan
F5 van de kerkorde gaat over het instellen van beroep. In de Nederlandse Gereformeerde Kerken is er één landelijk college voor het kerkelijk beroep dat alle beroepszaken behandelt tegen besluiten van kerkenraden en regionale vergaderingen. Het college is een onafhankelijke rechterlijke instantie, die bestaat uit negen leden. Dit college beoordeelt het beroep met drie leden en deze leden doen daarop een uitspraak.

In F5.4 zijn de beroepsgronden geformuleerd die tegen een besluit kunnen worden ingebracht. De indiener is van mening dat het besluit in strijd is met het Woord van God of met het kerkelijk recht, schadelijk is voor de opbouw van de gemeente, of het doet de indiener van het beroep onrecht of brengt hem onredelijke schade toe. In het beroepschrift zal de indiener moeten onderbouwen dat naar zijn overtuiging een of meer van deze beroepsgronden aanwezig zijn.

Behandeling van het beroep
In de landelijke regeling voor de kerkelijke rechtspraak is vastgelegd hoe beroep bij het college moet worden ingesteld en hoe de behandeling van het beroep verloopt. Voordat beroep wordt ingesteld is het goed deze bepalingen door te nemen omdat ze onder meer beschrijven aan welke vereisten een beroepschrift moet voldoen maar ook welke termijnen gelden voor het indienen daarvan.

In de regel houdt het college een hoorzitting waar de indiener en de kerkenraad worden gehoord over hun standpunten in de zaak en waar het college vragen stelt om een helder en voldoende beeld van het geschil te krijgen. Hoe een hoorzitting verloopt is ook in de landelijke regeling beschreven.

In hoger beroep
Tegen een uitspraak van het college staat hoger beroep open bij de synode. Dat is geregeld in F6 van de kerkorde. In de landelijke regeling voor de kerkelijke rechtspraak is ook geregeld hoe het hoger beroep wordt ingesteld en hoe de behandeling daarvan verloopt.

Links
De regeling van werkzaamheden van het college is te vinden onder deze link.
De tekst van de kerkorde is te vinden onder deze link.
De landelijke regeling voor de kerkelijke rechtspraak is te vinden onder deze link.
Op de kerkorde is ook een toelichting geschreven die te vinden is onder deze link.
Geanonimiseerde uitspraken van het college vind je op deze pagina.

Leden van het college
Het college voor het kerkelijk beroep bestaat uit de volgende leden:
J. (Hans) Storm – voorzitter,  J.P.A (Jan-Peter) Boersma, J. (Jan) Bolt, H. (Hilbrand) van Eeken,  W. (Pim) Geelhoed, J. (Joan) Janssens-Boer, J. (Jesse) van Meerkerk, R. (Roelof) Tigelaar, W.M. (Wim) van Wijk.

Ook heeft de synode de volgende plaatsvervangend leden benoemd:
C. (Cees) van der Boom, S.R.S. (Sander) Datema, E.L. (Ernst) Leeftink, E. (Evert) Stamhuis.

De ambtelijk secretaris van het college is L. (Lydia) Postma-Douma

Contact en vragen
Het indienen van beroep kan via ckb@ngk.nl. Het secretariaat is ook via dit e-mailadres te bereiken. Uiteraard is het mogelijk om via het secretariaat vragen te stellen aan het college over het verloop van een procedure. Het college kan echter geen advies geven over of ingaan op individuele zaken.